Een eer om onze olympiër van de RZV te mogen interviewen over zijn ervaringen voor, tijdens en na de Olympische Spelen in Marseille! En dan je eigen interpretaties en projecties er doorheen te mogen mixen.
Duko is van zichzelf geen vlotte babbelaar dus een paar prikkelende vragen (ook van mijn sitekicks Nic Bol en Peter van Veen) waren wel nodig om een paar interessante inkijkjes te krijgen; een paar spannende wedstrijdverslagen zaten er echter niet in.
We spreken elkaar eind oktober. Duko heeft na de Spelen zijn boot nog niet aangeraakt. Eigenlijk is hij vanaf nu pas weer wat structureel aan het trainen. Vanaf 4 november gaat hij in Australië het zeilen weer serieus oppakken. Stoppen is niet in hem opgekomen.
Maar eerst even terug naar de periode vóór de Spelen.
Na zijn tweede plaats in Palma dit voorjaar ging het volgens Duko wat moeizamer; de snelheid leek wat minder. Al vrij vroeg kregen ze een andere boot, getrokken uit de Ovington-mal waarmee ook in Marseille zou worden gevaren. Het blijft zeilen, dus altijd moeilijk om precies aan te wijzen waarom de snelheid wat minder leek. Maar in de aanloop naar de Spelen gingen de trainingspotjes (tegen andere Olympiërs) weer wat beter.
Duko was speciaal voor het evenement een paar kilo afgevallen omdat er minder wind verwacht werd. Hij heeft zelf niet echt een duidelijke voorkeur voor een bepaalde windkracht hoewel hij de indruk heeft dat ‘medium’ omstandigheden hem het beste passen.
Terugkijkend hebben ze echter alle soorten omstandigheden gehad waaronder twee dagen een flinke beuk. Uiteindelijk waren de omstandigheden anders (omdat het warmer was) dan tijdens alle andere oefensessies vooraf.
De dagen vlak voor de wedstrijden omschrijft Duko als ‘a-relaxed’: zoveel regels en voorschriften op de wal. Heel anders dan bij een normaal evenement. Hij vermoedt dat dat ook invloed heeft gehad op zijn prestaties op het water.
De eerste dag was echter meteen raak. We herinneren het allemaal nog wel: een eerste plaats! Gewoon het plan uitgevoerd vertelde Duko. “We dachten dat er rechts meer wind zou zijn. Dus bij het schip starten en meteen overstag”. Tweede bij de boventon, een goed downwindrak en klaar is Kees.. Hoe eenvoudig kan het zijn.
Daarna ging het lastiger. Uiteindelijk werd Duko toch knap 15e in de meest competitieve zeilklasse met maar liefst 43 deelnemende landen! Hij was echter niet te tevreden. Top 10 was – tenminste – zijn verwachting.
Te vaak en te lang vastgehouden aan een plan wat hij voor iedere wedstrijd maakte met zijn coach (Pieter-Jan Postma, PJ). Ook doordat hij, naar eigen zeggen, teveel in zichzelf was gekeerd. Waarschijnlijk door de extra druk die de Spelen met zich meebrengt. Daardoor te weinig open voor wat er om hem heen gebeurt.
Duko gaf een mooi voorbeeld van een wedstrijd waarbij hij als laatste om de eerste bovenboei ging. De ontnuchtering zorgde voor het wegvallen van het surplus aan spanning, ging beter om zich heen kijken, besloot – tegen het oorspronkelijke plan – naar rechts te gaan in het downwind rak omdat hij daar meer wind dacht te zien en won 20 boten.
Napraten, wedstrijd evalueren deed hij in principe niet of nauwelijks na iedere wedstrijd. Wel meteen vooruit kijken naar de volgende pot. Met PJ werd er een simpel strijdplan gemaakt of soms heel duidelijk: géén plan.
Leerpuntjes van de Spelen zijn voor Duko vrij duidelijk: loslaten, niet te veel redeneren, informatie blijven binnenhalen, vertrouwen in keuzes en dan gaan!
Bij de volgende Spelen óf de aanpak van Marit: dag van tevoren aankomen en gewoon varen óf eerder aanwezig zijn en al het ‘gedoe’ rond de walorganisatie beter verwerken, loslaten en met onbezwaard gemoed de boot instappen.
De lastigste vraag die we konden verzinnen was of hij het niet zonde vond om niets met zijn afgeronde studie (Maritieme Techniek) te doen. Dat was duidelijk een gevoelig punt waar hij ook een openhartig antwoord op gaf: ja, dat vond hij ook een vervelende gedachte die af en toe in hem op kwam maar die hij dan naar de achtergrond dirigeerde met hulp van een visualisatie van Duko Bos met een Olympische medaille om zijn nek in Los Angeles (2028).
Hierop aansluitend; Arjen Lubach had het recentelijk op zowel de zeilers als de roeiers gemunt. Voor een enthousiaste zeil- en roeisupporter zoals ik, een deel ‘inconvenient truth’ waarin hij de sporters ‘vrolijke kakkers’ noemt en hun bijdrage aan het algemeen belang als nihil bestempelt en iedere extra investering in deze Olympische sporters als zinloos beschouwt.
Maar de Lubachen en van Veens ten spijt: hoe mooi is het om ergens vol voor te gaan, je te meten met de besten ter wereld en op het grootste sportevenement ter wereld te mogen acteren?
Als dat geen zingeving is.
Ondertussen zijn we gestegen naar het niveau van de RZV-woensdagavonden waar soms de zin van zeilen én zelfs het leven worden besproken.
Conclusies van dit verhaal:
- Duko heeft het fantastisch gedaan in Marseille;
- De RZV staat als een blok achter hem op weg naar Olympisch goud in LA ’28;
- Ga zelf eens Laser zeilen;
- Kom naar de woensdagavond met je levensvraagstukken.
Tekst: Hero Mulder
Foto: bron ANP